Gestrand in de Haagse Schilderswijk met mijn studiobus, net voor het koffiehuis. Twintig mannen -‘mooie bus mevrouw, gaat u daar ook mee op vakantie?’- in en om mijn auto, vol oplossingen en wijze raad. Maar de bus ging geen meter meer voor of achteruit. ‘Wat een timing,’ verzuchtte ik, ‘net nu het kabinet gaat vallen’. Twintig paar grote ogen kijken me aan. ‘Gaat het kabinet vallen mevrouw?’ Dat vonden ze goed nieuws. Nee, ze hadden zelf niet gestemd, maar zouden ze stemmen dan was het op de boeren. ‘Wij zijn dol op boeren mevrouw! Die zorgen voor ons eten!’
Ah, daar was Khalid al met de oprijwagen. Die bleek kleiner dan mijn bus, dat ging dus nooit passen. In ons rubberentegelparadijs was er een veel grotere auto gekomen, een vrachtwagen, die voldeed aan alle eisen die verzekeraars en ander risicomijdend volk stellen aan dit soort klussen. Maar ik was niet in het rubberentegelparadijs, ik was in de Schilderswijk. Daar worden de regels niet gemaakt door ambtenaren en kantoortijgers, maar door Khalid en zijn broers.
De hele column is hier te lezen voor leden van de Club van Dwarskijkers. Lid ben je al voor 15 euro per jaar (incl. BTW). Daarmee steun je mijn werk en krijg je toegang tot exclusieve content.