Krijgen we een oorlogseconomie en wie betaalt dat? vraagt De Telegraaf zich af nu de EU vindt dat de wapenindustrie de productie op moet schalen. Het antwoord is simpel: ja, en wij -de belastingbetalers betalen dat-, maar er zit een hele wereld achter die je moet willen begrijpen nu de oorlog zo dichtbij is. Ik schreef daarover vorig jaar in maart dit in mijn Telegraaf column over de economie van de dood:
Het hebben van een professionele wapenindustrie is een garantie voor toekomstige oorlogen. Zoals meer wegen ervoor zorgen dat er meer auto’s rijden creëren wapenfabrikanten oorlogen. Zonder oorlog blijven hun magazijnen vol liggen met verouderd spul en is er geen ruimte voor innovaties.
Joe Biden, opperhoofd van het land dat de grootste wapenindustrie ter wereld huisvest, was speciaal naar Europa gevlogen om poolshoogte te nemen. Europa is een fijne battleground als je veel wapens te verkopen hebt en zelf veilig aan de andere kant van de oceaan van de duikplank kunt springen in je geldpakhuis. Het past allemaal in het patroon waarvoor Biden’s verre voorganger, President Eisenhower, bij zijn aftreden waarschuwde.
Zoals elk verkoopteam een lijstje met hot prospects hanteert stond in het verkoopplan van de economie van de dood Oekraïne de laatste jaren in de top vijf van kansrijke gebieden, zegt historica Pien van der Hoeven. In haar boek Spoken ontleedt zij aan de hand van drie grote oorlogen hun ontstaansgeschiedenis. In Oekraïne konden tegenstellingen binnen de bevolking en met Rusland makkelijk opgestookt worden tot een oorlog. De belangen van het Westen lijken groot genoeg om de boel uit de hand te laten lopen.
Hele column hier voor Leden van de Club van Dwarskijkers. Lid ben je al voor 15 euro per jaar (incl. BTW) daarmee steun je mijn werk, krijg je toegang tot exclusieve content en meer.